In de afgelopen jaren hebben we heel wat energie gestopt in het hoofdstuk ‘voeding’. Eline heeft het eerste half jaar borstvoeding gehad. Toen ze 6 maanden was ging ze steeds slechter zuigen en moesten we noodgedwongen over op flesvoeding. Helaas lukte het haar niet om zelf de speen goed aan te zuigen. Met allerlei handgrepen duwden we haar lippen goed om de speen, zodat ze geen valse lucht zoog. In diezelfde periode kregen wij te horen dat ze gehandicapt was en werd het hele circus aan hulpverlening opgestart, waaronder de pre-verbale logopedie. We hadden er nooit eerder van gehoord, maar deze logopediste hielp ons met de technische kant van het leren eten en drinken.
Ondanks alle inspanningen werd Eline niet dikker. De groeicurve ging steeds meer afwijken van het ‘normale’ en in het academisch ziekenhuis gingen de alarmbellen rinkelen. Eline werd als ondervoed bestempeld en al snel werd er gesproken over sondevoeding. We moesten om de week komen wegen en er werd een diëtiste ingeschakeld. Zij ondersteunde ons per mail of per telefoon. We moesten een aantal dagen precies opschrijven wat Eline at en dronk. Zij rekende uit wat Eline te kort kwam en gaf aanwijzingen hoe we de papflessen calorie-rijker konden maken. Het lastige was dat Eline daardoor de flessen niet meer leegdronk en ze steeds minder vocht binnen kreeg. Uren en uren waren we bezig om haar genoeg te laten eten en drinken. En elke keer kregen we te horen dat ze niet goed groeide. We werden er behoorlijk gefrustreerd en onzeker van, omdat we het idee hadden dat Eline moest voldoen aan het ideaal beeld van het ‘normaal’ ontwikkelende kind. Ondertussen was Eline een heel vrolijk en gezellig meisje. Ze ontwikkelde zich op haar eigen tempo en zag er gezond uit. Toen we na enkele weken met Eline voor het eerst ‘live’ op het spreekuur van de diëtiste kwamen, was haar eerste reactie: “Wat ziet ze er goed uit! Ik had een heel ander kind verwacht!”. Toen was het voor ons duidelijk: wij horen hier niet thuis. Wij kijken zo anders naar het leven dan deze mensen met hun academische blik, dat we zijn overgestapt naar een regionaal ziekenhuis met een antroposofische kinderarts.
Wat een warm bad was dat! De eerste ontmoeting met Eline zal ik niet vergeten. We kwamen de kamer binnen en de arts ging door zijn knieën en keek zonder iets te zeggen Eline aan. Het was doodstil in de kamer. Hij wachtte in alle rust tot Eline voorzichtig haar blik op hem wierp en toen zei hij: “Dag prinses, ik ben dokter S. Wat fijn dat je gekomen bent”. Ik kon die man wel zoenen!
Deze arts heeft ons geleerd om vertrouwen in Eline te hebben, om naar haar te kijken en haar te volgen. Niets meer en niets minder. Weg met de curve’s, weg met de dossiernummers! Hij zag en ontmoette Eline.
Via deze kinderarts werden we in contact gebracht met een natuurvoedingskundige die ons veel tips gaf en ons wegwijs maakte in de wereld van verantwoorde en calorierijke voeding.
Al met al hebben we een lange adem nodig gehad, maar is het ons gelukt om Eline te leren eten en drinken. Ze eet gewoon met de pot mee, alles geblenderd. Als we taco’s eten maken we een taco voor haar klaar met alles erop en eraan, zelfs de sla gaat erbij. De gevulde taco met een beker water erbij en de staafmixer doet de rest… Ook frietjes, kaassouflee en heel veel melk gaat erin als pap! Dat smaakt net zoals je het in je mond fijn kauwt. Als we naar een restaurantje gaan, dan blenderen we haar eten in de keuken van het restaurant. Eline drinkt uit de Difraxbeker of de spuitfles.
Ik heb gemerkt dat veel meer ouders worstelen met de voeding. Ik heb alle tips verzameld die anderen mogelijk ook kunnen helpen.